Wednesday, June 15, 2016

Verrassende kastelen en vergeten wegen

Om ongeruste familieleden, curieuze vrienden en studenten die blokmoe zijn tevreden te stellen, schrijven we deze blog. Dat de gebeurtenissen hierin beschreven al even oud zijn, stoort jullie dus hopelijk niet al te veel. De fundering voor de volgende blog is al gelegd, dus deze zou niet meer zo lang op zich mogen laten wachten. 

We eindigden onze vorige post in Christchurch, waar we wat geld verdiend hadden en zo terug op pad konden. Onze eerste bestemming na de mega-bouwwerf die Christchurch is, was Akaroa, ook bekend als "het zuidelijkste stukje Frankrijk ter wereld". In de jolige tijden van de Nieuw-Zeelandse kolonisatie was het vaak een kwestie van de eerste zijn. De Fransen die aankwamen in Akaroa waren dat niet, maar de Engelsen waren zo vriendelijk om ze te laten blijven. De straatnamen zijn er nog steeds in het Frans, en het hele plaatsje ademt "la douce France" uit. Een deftige baguette konden ze er wel niet bakken.


Coole oude auto's...
... en roestige oude tonnen met rare kerels in.
De baai van Akaroa

Op weg naar het Arthur's pass nationale park kwamen we voorbij een plek waarvan geen enkele van onze reisgidsen melding maakte: Castle hill, een paradijs om verstoppertje te spelen. De collectie rotsen maakte het kind in ons wakker (ok, het kind in mij) en we doolden er even rond. Met stip op 1 als de beste verrassingsbestemming!


De kasteelheuvel
De bestorming van de kasteelmuur
Obelix zijn speeltuin

Zoek Paulien



Arthur's pass is één van Nieuw-Zeelands 14 nationale parken, en we wouden ze graag allemaal bezocht hebben. Arthur's pass was echter het minste van ze allemaal; als wij "berglandschap" lezen, dan verwachten we hoge toppen met sneeuw, gletsjers en uit de hand gelopen après-ski feestjes. Niets van dat alles, het landschap bestond "maar" uit beboste bergen en hier en daar een waterval. De Ardennen zouden alle kleuren krijgen van jaloezie, maar wij waren ondertussen al beter gewend.


Devil's punchbowl
Een redelijk spectaculair viaduct







De volgende noemenswaardige stop was aan de Nelson Lakes, een nationaal park dat, rara, voor een groot deel bestaat uit twee meren. We deden een korte wandeling langs de waterlijn en besloten dat het vooral leuk moet zijn met een bootje. 


Een hele lage regenboog, ook de tweede is zichtbaar.


In het Abel Tasman nationale park waren we een paar maanden terug al eens geweest, met PAM, maar we wouden graag nog een stuk van de "Great walk" in het park doen. Er zijn 9 zo'n "great walks" in Nieuw-Zeeland, meerdaagse wandelingen voor gemiddeld gevorderden. We deden een ferme wandeling langs prachtige stranden, over gevaarlijke rotspartijen en door tropische bossen. Deze keer was het minder warm, wat als voordeel had dat we achteraf niet voor tomaten werden aangezien door de zonnebrand.


Gouden stranden en een mooie meid, dat raak je nooit beu

Strandwandeling in het paradijs




Na Abel Tasman trokken we verder naar Nelson, waar het blijkbaar altijd mooi weer is. Ook vonden we er een tweedehands boekenwinkel, die bepaalde boeken gratis weggaf (bijvoorbeeld als er een pagina los zat) en ongeveer de helft van zijn stock aan 1 dollar per stuk verkocht. Dat is iets tussen de 60 en de 70 eurocent. 17 dollar lichter en 8 boeken rijker gingen we buiten.


De resultaten van de schattenjacht: 12$ voor 
the girl on the train, 5$ voor al de rest tesamen.

Om van het zuid-eiland naar het noord-eiland te geraken, moet je ofwel een boot, ofwel het vliegtuig nemen. Dat is inderdaad hetzelfde dan wanneer je van het noord-eiland naar het zuid-eiland wilt, maar dat was jij als lezer waarschijnlijk al vergeten, daarmee dat ik het even opfris. Graag gedaan hoor.
Een ferry dus, die ons weeral door de prachtige Marlborough sounds voerde, op weg naar "the capital of cool", "the windy city", "Wellywood",... oftewel Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland.


Bye bye Zuid-eiland
Wellington heeft de reputatie van enorm winderig en regenachtig te zijn, maar toen wij er waren was het er warm en zonnig. Chance met het weer, zoals zo vaak hier in Nieuw-Zeeland! Waar de gemiddelde Nieuw-Zeelandse steden ongeveer evenveel charme bezitten als Berlijn op het einde van WOII, is Wellington een echte stad, met veel café's, kunst op straat, een overwegend jonge bevolking en een allesoverheersende hippe sfeer. De mensen zagen er voor een keer uit alsof ze niet alleen gingen shoppen in de kringloopwinkel en de Kmart, overal zagen we skateboarders, af en toe wat free-runners en de winkels waren wat alternatiever.



Café Leuven, een Belgisch café.
De stad is echt in de heuvels gebouwd, en is zeer compact voor zo'n grote stad te zijn.

Ook heeft de stad het Te Papa museum in de aanbieding, waar we twee volle dagen in doorbrachten. En dan hadden we nog niet alles gezien... Exposities over aardbevingen & vulkanen, over de WO I campagne in Galipoli (Turkije), de Maori geschiedenis, de fauna en flora die NZ in de aanbieding heeft,... De eerste keer dat een museum het adjectief "cool" bij ons opriep. Alles was interactief, zodat het ook voor kindjes en grote kindjes leuk was.


De ingang van Te Papa


Daarnaast is Wellington ook bekend als locatie van de Nieuw-Zeelandse filmindustrie, met Sir Peter Jackson als bekendste vertegenwoordiger. We bezochten enkele Lord of the Rings locaties en de Weta caves.


           
Azog een beetje uitdagen
Buiten de Weta caves stonden de versteende
resten van Tom, Bert en William.
Ook hier kon ik het niet laten
Hobbitvoeten die gebruikt werden in de films. Stinken!
Net niet verpletterd
Wegwijzer naar...
.... a shortcut to mushrooms! Denk er een boom en Nazgûl bij.

Na Wellington trokken we terug de natuur in, naar Mount Taranaki, een berg zoals die worden voorgesteld in de kinderboeken. Hij fungeerde als decor voor The Last Samurai, omwille van de gelijkenis met Mount Fuji in Japan. Werkelijk indrukwekkend, zelfs als het tijdens de wandeling nogal mistig wordt en de top in de wolken verdwijnt. Je kan niet alles hebben.


Toen we aan de wandeling begonnen...
... en halverwege, niks meer te zien!
Een prachtig uitzicht. De breuk in het landschap is waar het
natuurgebied eindigt en de landbouw begint.

Zicht op de berg vanop de Forgotten world highway.

We verlieten Mount Taranaki via de "Forgotten world highway", een weg door prachtig heuvelachtig gebied met hier en daar een mini-nederzetting. De grootste mini-nederzetting was Whangamomona, dat zichzelf heeft uitgeroepen tot onafhankelijke republiek nadat het bij een andere regio werd onderverdeeld. De vorige presidenten zijn onder andere een geit en een poedel, en nu bekleed de lokale kroegbazin het eervolle postje. De gelijkenissen met de Belgische politiek zijn treffend.




Whangomomona, 2 man en een paardenkop groot,
maar wel een eigen republiek!
De rollende heuvels langs de forgotten world highway.
Vergeten het asfalt aan te leggen? Dit is een van
de dodelijkste wegen in NZ, maar omdat er maar
weinig verkeer is wordt er niets aan gedaan.


Over onze volgende bestemming werd al wat nieuws gelost, dus het is geen echte verassing meer dat we naar Hobbiton zijn geweest. Daar wisselde al vaker een ring van eigenaar, maar deze keer was het wel een hele speciale. Onzichtbaar werd Paulien niet, ermee op avontuur vertrekken deed ze wel. Een gedetailleerd verslag hiervan volgt binnenkort.


Groetjes, 

P&P