Wednesday, February 24, 2016

Een Zuiders uitje

“Nieuw-Zeeland is het mooiste land ter wereld. Iedereen die iets anders beweert, is nog niet in Nieuw-Zeeland geweest.”
P.G.C.

Na enkele maanden in sedentaire staat te hebben doorgebracht, werd het tijd om een stapje terug op de evolutionaire ladder te zetten. We kozen voor een nomadenbestaan, waarbij we steeds verder rondtrokken op zoek naar de mooiste plekjes, de goedkoopste supermarkten en de gratisste campings.

Voor de trouwe lezers die al onder de indruk waren van onze foto’s in vorige posts, hebben we goed nieuws: het wordt nog veel beter. Vergelijk het met in je hele leven alleen nog maar de kerk van metropool Haacht gezien te hebben, en vervolgens je ogen te laten rusten op de Sagrada Familia. Ja, zo geweldig is het.

Op 7 januari verlieten wij ons stekje tussen de kiwiboomgaarden, en vertrokken we richting Wellington. Omdat we nog enkele dagen hadden voor onze ferry/cruise naar het Zuider-eiland vertrok, bezochten we nog Taupo en Napier. Taupo is genoemd naar het gelijknamige meer, dat met zijn 616 km2 het grootste meer van Nieuw-Zeeland mag genoemd worden. Voor zij die er, net als mij, geen flauw idee van hebben hoe groot dit net is, heb ik het even opgezocht. Lake Taupo is 12 keer zo groot als Haacht. Voor onze andere groep devote volgers: 20 keer Bekkevoort.  Best groot dus, en wij deden er een korte cruise op, die ons vlakbij de bekende Maori beeldhouwwerken brachten. Het zag er oud uit, maar dat stelde teleur: het werk stamt uit de jaren ’70, en werd gemaakt om de Maori-geschiedenis wat meer in de verf te zetten.

Het hoogtepunt van de cruise: Maori beeldhouwwerk
Just cruisin'








Na onze eerste nacht op een gratis camping, werden we wakker met het zachte getokkel van regendruppels op ons dak. Onze almachtige smartphone wist ons echter te vertellen dat het in Napier een stevige 30 graden ging worden. Vooruit dan maar! Napier is een stadje dat enkel en alleen op de toeristische kaart staat omwille van een dramatische aardbeving in 1931, die zowat de hele stad met de grond gelijk maakte. Omdat de art deco bouwstijl toen hip en cool was, werd de hele stad herbouwd in die trend. En die gebouwen zijn gebleven. De roaring twenties zijn niet veraf.

Het Theater in Napier
Na Napier voerde de weg ons door een ononderbroken prachtig landschap richting Wellington, waar er een imposante ferry op ons wachtte. De overtocht over de Cook strait gaf ons vista’s op de Marlborough sounds, waar het water van het prachtigste blauw was dat we ooit gezien hadden. Binnen een paar weken zou dit echter alweer overtroffen worden…
De sounds zijn een serie van eilandjes en schiereilandjes die gecreëerd werden door het onder water lopen van een rivierdal. Dit leidt tot waterwegen die helemaal omringd zijn door groene heuvels. Simpelweg betoverend, en dit zit zonder meerprijs bij de ferry-overtocht!

Best wel blauw!


















Aangekomen op het Zuid-eiland werden we blij verrast door het warme weer en de weelderige begroeiing: beter dan op het Noord-eiland! De weg voerde ons nogmaals langs de Marlborough Sounds en voorbij een welbepaalde brug waar ze een scene uit de hobbit filmden. Onze stopplaats voor die avond was Nelson, een sympathiek stadje dat op een indrukwekkend aantal uren zon per jaar kan rekenen, met dank aan de bergketens die het langs 3 kanten omringen. Hier bleven we een aantal dagen hangen, genieten van het goede weer met een boek in de hand.
Onze omzwervingen leidden ons terug naar de oostkust, want daar zou er een ontmoeting met PAM plaatsvinden. Voor dat eraan kwam, moesten we echter nog een aantal dagen zien te vullen. Dat deden we in Whites bay, waar we pech hadden met een grote wolk die de bergen achter ons maar niet voorbij geraakte, waardoor we miezerig weer hadden.

In Kaikoura, een paar uur richting Christchurch, is 1 activiteit allesoverheersend. Walvissen spotten. Met een catamaran wordt de zee afgespeurd naar walvissen die adem komen halen, en als je geluk hebt, krijg je water te zien dat uit het spuitgat komt. Als er terug gedoken wordt, komt de staart van de walvis boven. De walvissen die in deze wateren zwemmen, zijn potvissen (maar spermawalvissen, de letterlijke vertaling uit het Engels, klinkt veel beter), een soort met tanden, die niet op krill jaagt, maar op grote vissen en zelfs haaien. Klinkt alsof het niet gratis is? Dat is ook zo, maar toen had onze ontmoeting met PAM, u wellicht beter bekend als Patrick, Annik en Michiel, al plaatsgevonden.

Flesje kraken!


We waren niet de enige walvisspotters...
Elke walvissenstaart is uniek,
het personeel van de boot kon ze zo herkennen.


















Niet spotten met de albatros!
Welle goe zeeziek, Michiel ni.



 

Voor een tweetal weken verkenden we in groep een groot deel van het Zuidereiland. Het geld dat Paulien en ik aan eten uitgaven, verschrompelde, maar toch werd er meer geld aan ons eten besteed dan we in maanden deden. Als Bourgondiërs leefden we, die twee weken lang verwend werden. Na het spotten van walvissen (wat iets heel anders is dan spotten met walvissen) bewogen we ons richting Abel Tasman, een tropisch paradijs waar het zand van goud, het water van kristal en de lucht van turkoois is.

Crayfish, mmmmm!
Eerst maakten we een lunchstop bij Pelorus bridge, waar Michiel en ik op zoek gingen naar achtergebleven dwergen in andere stukken van de rivier. Geen onverdeeld succes: enkele pijnlijke voeten en gekrenkte ego’s later moesten we toegeven dat de beste zwemspot toch diegene was die we eerst vonden. De anderen hadden wijselijk niet deelgenomen aan dit pijnlijke avontuur, en kozen ervoor om wat te zonnen en iets te gaan drinken.

Gezellig picknicken
Iedereen verkende het water op zijn eigen tempo

 

In tegenspraak met mijn eerdere bewering dat het water in Abel Tasman national park van de kristalheldere soort is, was het water daar van de normale, ondoorzichtige soort toen wij er waren. Het had immers net geregend, waardoor er veel stof in het water zat. Ach ja, dan maar geen foto’s van kayaks die bijna lijken te zweven op het water. Het gouden zand, de ontelbare eilandjes, schiereilandjes en baaien, het prachtige regenwoud en de moordende zon waren wel aanwezig. Voor we het doorhadden vielen onze monden stuk voor stuk open en zagen we allen zo rood als een kreeft (enkel Paulien bleef hiervan gespaard). Zeekayaken bleek zeer tof te zijn, maar op de tweede dag opteerden we toch voor de watertaxi, die iets hoger scoorde qua gebruiksgemak en snelheid. Paulien, die zich nog maar enkele weken gipsloos mocht noemen, deed toch al een wandeling van anderhalf uur langs de kustlijn mee.

Met Paps...
... en mams!
Op weg naar ons 2de wateravontuur, dat minder faliekant afliep dan bij Pelorus bridge.
De watertaxi


Met hoogtij konden droge voeten niet gegarandeerd worden

We verlieten Abel Tasman en trokken naar de verlaten, natte, maar weeral betoverend mooie westkust. Hier zagen we bergen die volledig begroeid waren met regenwoud, en een toeristenattractie die voor een keer eens geen geld kostte: de pancake rocks. Echt lekker zagen deze pannenkoeken er niet uit, maar spectaculair was het zeker. De door erosie uitgesleten rotsen zaten vol gaten waar het zeewater tegen een ongenadige snelheid doorheen schoot. Het kletste tegen de randen omhoog, en op sommige plekken (blowholes genaamd) schoot het zelfs enkele meters de lucht in. Niet slecht voor een stapel pannenkoeken.

Wild en onvoorspelbaar, dat levert mooie beelden op!
Ka...
...BOEM!

Herenigd aan de andere kant van de wereld

 

De eindbestemming voor vandaag was Fox glacier, een van de 3000 gletsjers die Nieuw-Zeeland rijk is. Waarom dan juist deze gletsjer? Samen met zijn tweelingsbroer, de Franz Joseph glacier, is dit de gletsjer die het dichtste bij zeeniveau komt. Omgeven door regenwoud en torenhoge rotswanden, wandelden we een klein stukje naar een uitkijkpunt. Daar werden we teleurgesteld: de gletsjer was schrikbarend klein. Het broeikaseffect toonde zijn tol.



Regenwoud + Gletsjer. Schoonmoeder + Schoonzoon.
In Nieuw-Zeeland kan alles.

Wat er nog overblijft van de Fox gletsjer... 
De andere kant was beter geschikt voor een familiefoto




Regenwoud. De naam doet vermoeden dat er af en toe wat uit de lucht valt, en toen we ’s morgens vertrokken richting Wanaka, zagen we het woud zoals we het moesten zien: in de regen. Maar wat nattigheid is niet zo erg als je er ontelbare watervallen voor in de plaats krijgt. Langs alle kanten zagen we tijdelijke watervallen, sommige landden zelfs al een stuk op de weg.

De regenjassen werden getest
Eens aan de andere kant van de Haast pass, klaarde het weer op en zagen we enkele prachtige meren: het Wanaka en Hawea meer. Wanaka zou in België niet eens de naam “groot dorp” waardig zijn: in 2 minuten was je door het centrum gelopen. Mooi gelegen was het wel; zicht op Mount Aspiring national park, het Wanaka meer aan de boulevard, langs alle kanten bergen,… Hier deden we een tochtje met een jetboat, een klein bootje dat snelheden tot 90 km/u kan halen. Vooral de 360° spins waren spannend: goed vasthouden, of je kwam onzacht in aanraking met je buur. In de namiddag bezochten Paulien en ik nog Puzzling World: een groot 3D doolhof en een aantal illusiekamers waarvan ons hoofd tolde.

Het speedbootje op een kalm moment
Met z'n allen op de boot
Het prachtige Wanaka meer, helaas ontsierd door de vele wolken

Het grote 3D doolhof: pittig
De scheve kamer: zonder ramen en met een hellingsgraad van 8°.
Onze hersenen werden gek.
Milford sound is volgens sommigen het 8ste wereldwonder. Daar valt over te debatteren, maar feit is wel dat de Mitre Peak, de berg die het sound domineert, op een zeer groot aantal reisgidscovers staat. Na Wanaka was dit onze volgende topbestemming, maar eerst moest er nog een stevig stuk gereden worden. Na Te Anau werd de omgeving echter van een kwaliteit waarvoor geen woorden bestaan. De Misty Mountains uit Lord of The Rings torenden om ons heen, en na de Homer tunnel wordt het helemaal onbeschrijfelijk: steile rotswanden, die toch begroeid waren met weelderige vegetatie, en die onder water gewoon doorliepen. Tijdens een korte wandeling zagen we de plaatselijke flora van dichtbij, onder leiding van een bekwame gids die leuke dingen te vertellen had. We brachten de nacht door op een cruiseschip, en ’s ochtends gingen we even piepen bij de mond van het sound. De terugweg naar Te Anau (voorlopig is hier maar 1 weg naartoe) was nog steeds even mooi.


Een van de vele watervallen, met dank aan de overvloedige regen

Wandeling door het regenwoud
Sandfly point, niet bepaald Paulien's
favoriete plekje


De gesluierde bergen rond het water, en ons bootje


                 
       Ongelofelijk steile rotswanden...




De beroemde Mitre Peak


In Te Anau zelf was het weer maar zo-zo, en dan valt er altijd minder te zien dan wanneer het zonnetje zijn best doet. We rustten wat uit en gingen kijken naar de takahe, een speciale vogel die op het randje van uitsterven stond. Het zag er naar ons oordeel uit als een kip met de verentooi van een papegaai, maar oordeel vooral zelf.

Voor alle duidelijkheid: het gaat om de grootste vogel
“Een stad zo mooi dat de koningin (van Engeland) er zou kunnen wonen.” Dat was de reden om Queenstown haar huidige naam te geven, en de stad is inderdaad prachtig gelegen. In de vouw van een aantal berg- en heuvelketens, aan een meer en met zicht op de bergketen met de toepasselijke naam “The Remarkables” oftewel “de opmerkelijken”. Het stadje heeft ook de bijnaam de avonturenhoofdstad van de wereld te zijn. Bungyjumpen is hier uitgevonden, en naast dit waagstukje kan je nog een heleboel andere adrenaline boostende activiteiten ondernemen. Ik deed de Nevis bungy, van 134 meter hoogte. Best akelig, maar goed volk als Legolas deed het me al voor. Samen met Paulien waagde ik me ook aan de Nevis swing: 70 meter vrije val, en schommelen maar! Michiel deed de ziptrek, een katrol parcours tussen de bomen en maakte zich ook nat door met een bodyboard een rivier af te peddelen. In de namiddag was het pret voor de hele familie: dan deden we met ons vijven de luge, iets wat zich nog het best laat omschrijven als mario kart, maar dan zonder de upgrades. Van een adrenalinedag gesproken!



                        
Verstand op nul

                     
                De honeymoon-positie, een specialleke 
Op de achtergrond is het bungy-platform te zien,
op de voorgrond schommelen wij.



 


Het Luge-parcours


Whieee!



 

Arrowtown is een oud goudmijnwerkersstadje dat heel wat bezoekers aantrekt die de drukte van Queenstown willen ontlopen.  Het deed wat denken aan een decor voor een cowboyfilm. Na Arrowtown stopten we nog even aan een brug over de Kawarau rivier, waar enkele gekken voor het eerst bungyjumpten. Ze doen het er nu nog steeds, tot grote schrik van Annik. Enkele hartaanvallen later vervolgden we onze weg naar Mount Cook. Deze kant van de Zuidelijke Alpen wordt gekenmerkt door kurkdroge zomers, wat we uitgebreid te zien krijgen in enkele bergpassen en de uitgestrekte vlaktes van de Pelennor, eeuh Mackenzie. Toen we wat dichter in de buurt van Twizel kwamen, waren we allemaal murw van het zicht op Mount Cook, die zich in de verte scherp aftekende tegen de felblauwe hemel. Elke heuveltop die we overgingen leverde steevast nieuwe en mooie panorama’s. Maar het absolute hoogtepunt was Lake Pukaki, dat echt zo blauw is als de foto je wil doen geloven. Zwemmen in het heldere water was een verfrissende ervaring.

Lake pukaki, met op de achtergrond Mount Cook


Mooiste plek waar we ooit zwommen!
Sneeuwwitje en de dwerg




De gletsjers die we bij Fox zagen, vielen volledig in het niets tegen de ijsmassa’s die zich rond Mount Cook traag maar gestaag naar beneden stortten. We gingen eten met een heel speciaal zicht: enerzijds de imposante bergen, langs de andere kant de legioenen Chinezen die ons vervoegden in het restaurant. Op 8 februari startte immers het jaar van de draak, wat zorgde voor een ogenschijnlijke verdriedubbeling van de Nieuw-Zeelandse bevolking.  Best vervelend op sommige momenten, zeker aangezien de gemiddelde Belg op 7-jarige leeftijd al meer Engelse woorden onder de knie heeft dan de meeste van deze reizigers. In het Mount Cook restaurant werden we getrakteerd met zicht op een man wiens verre voorvaderen waarschijnlijk konijnen waren: bord na bord vol sla verorberde hij. Laat dat nu net het enige zijn dat niemand van ons vijven aanraakte, want er was keuze te over in het buffet.


        
Dit is pas een gletsjer!









‘s Ochtends maakten we nog een korte wandeling naar een gletsjermeer, met een bijzonder vuile gletsjer als bron. Verwend als we waren, vertrokken we terug, niet bepaald onder de indruk. Lake Tekapo wenkte, maar de vele lupinebloemen die de oever normaal sierden waren helaas al uitgebloeid. Ach ja, het water was nog steeds zo blauw als we hoopten, en er was een strand aanwezig om wat uit te rusten. De volgende dag brachten we voornamelijk door in de plaatselijke hot pools, waar we een boek lazen en relaxten. Het laatste uitstapje van de familievakantie was naar Mount John, waar ’s avonds een prachtige sterrenhemel te zien zou zijn. In de namiddag waren er vooral prachtige panorama’s en hordes Chinezen te bewonderen. Hierna scheiden onze wegen, want PAM ging verder naar Christchurch terwijl wij terugvielen op onze overlevingsinstincten in de Nieuw-Zeelandse wildernis.


Vol teleurstelling over het grijze water,
maar vol bewondering voor de 360° bergen rondom
Blauwste familiefoto ooit

Uitzicht van op Mount John

We waren gedurende de hele reis vergeten om een foto met ons 5 te maken.
Gelukkig bood de zelfontspanner op de laatste dag de oplossing.
Vaarwel PAM. Bedankt voor de fantastische reis!

In een volgende update mogen jullie het relaas verwachten van onze belevenissen rond Queenstown met enkele vrienden, een teleurstellend paradijs, het Charleroi van Nieuw-Zeeland, het derde eiland van Nieuw-Zeeland en de oudste stad van het land. Hoogstwaarschijnlijk volgt er nog veel meer, maar die avonturen moeten nog beleefd worden!

Groetjes,

P&P

P. S.: die quote van P.G.C. van helemaal in het begin? Dat is gewoon Pieter Georges Cardyn.


No comments:

Post a Comment